Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet educatie en beroepsonderwijs

 

Artikel 2.3.4 Verstrekking bedragen educatie
1
Bedragen die Onze Minister op grond van artikel 2.3.1 ten behoeve van de educatie aan een gemeente verstrekt, worden door het college van burgemeester en wethouders betaald aan een of meer regionale opleidingencentra. In afwijking van titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht berust de betaling van de bedragen aan die instelling of regionale opleidingencentra op een door de gemeente met het bevoegd gezag gesloten overeenkomst. De titels 4.1 en 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht zijn niet van toepassing.
2
De rijksbijdrage per gemeente wordt aan de gemeente verstrekt onder de voorwaarde dat gedurende het jaar waarvoor de middelen worden toegekend, een of meer overeenkomsten als bedoeld in het eerste lid van kracht zijn op grond waarvan die gemeente jegens het desbetreffende bevoegd gezag gehouden is tot betaling van het totale bedrag van de rijksbijdrage gedurende de looptijd van die overeenkomst of overeenkomsten.
3
Een overeenkomst als bedoeld in het eerste lid heeft ten minste betrekking op:
a
de aard van de activiteiten,
b
het aantal deelnemers, in voorkomende gevallen onderscheiden naar doelgroepen,
c
de periode,
d
de omvang van het bedrag, dan wel de wijze waarop dit berekend wordt,
e
de wijze waarop het bedrag ter beschikking wordt gesteld, en
f
de wijze waarop verantwoording jegens het college van burgemeester en wethouders wordt afgelegd.
4
Ten aanzien van opleidingen voortgezet algemeen volwassenenonderwijs, bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onder a, bevat een overeenkomst als bedoeld in het eerste lid geen bepalingen omtrent de combinaties van vakken waarop de diploma?s betrekking dienen te hebben.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •